Comfy chic
Thuiswerkdag 134. Ik sta voor m’n kleerkast. Wat wordt het vandaag? Mijn grijze, zwarte of beige joggingbroek? En die blauwe, witte of groene trui?
Nooit gedacht, - ik kon in het precorona tijdperk zo genieten van een pyjamadagje - maar één van de dingen die ik nu heel hard mis, is het uitzoeken van een leuke outfit. Of genieten van een uitgebreid badkamerritueel voor één of ander etentje. Of me gewoon mooi voelen…
Ik trek ook nog een ‘degelijke’ slip uit de lade en zucht, gefrustreerd.
Kleren en vooral kleren kopen is mijn ding. Iedereen weet dat. Mijn portemonnee weet dat.
Maar de laatste maanden, als ik online door mijn geliefde webwinkels blader, kijk ik dus vooral naar praktische trainingsbroeken en gemakkelijke truien, in plaats van mooie jurkjes en hippe jasjes. Praktisch? Ja. Sexy? Bijlange niet.
De modemerken geven ze dan wel een trendy naam zoals ‘comfy chic’ of ‘casual loungewear’, en de modellen op de foto’s zien er - gracieus neergevlijd op een romantisch kingsize bed - nonchalant sexy uit. Maar laat ons eerlijk wezen, het door PostNL net afgeleverde, muisgrijze huispak, dat er zo smaakvol en elegant uitzag op de foto, is wat het zegt: muisgrijs.
Ik kijk in de spiegel en zie dat de broek me minstens 5 kg dikker maakt en die trui, die zogezegd verleidelijk losjes moet vallen, slobbert wat zielig om m’n lijf. Ook de modetip om je trui stijlvol boven je broekelastiek in te stoppen, lijkt alsof ik een te grote zakdoek in mijn broek heb gepropt. Enfin, nogal een geluk dat mijn trendy en comfy outfits één groot voordeel hebben: ze moeten niet gestreken worden. Mijn spiegelbeeld grijnst, licht ironisch.
Met het filosofische “This too shall pass” in mijn gedachten, sluit ik dus nog even mijn kast met kleurige jurkjes en kruip achter m’n computer… héél comfy chic.
Comments